En tot Hem kwam een melaatse, biddende Hem en vallende voor Hem op de knieën, en tot Hem zeggende: Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen.

— Markus 1:40

Jezus genas er velen in die eerste dagen van Zijn bediening in Galiléa. Eén geval krijgt nog bijzondere aandacht in dit eerste hoofdstuk van Markus. De genezing van deze melaatse. Hij bidt een gebed dat later door talloze verlegen zondaren is nagebeden. Indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. Ze hebben zichzelf door genade leren kennen als geestelijke melaatsen. Ze zijn ervan overtuigd dat Jezus hen kan reinigen. Ze weten dat alléén Hij het kan. Ze weten ook dat ze gereinigd moeten worden. En nu liggen ze bedelend aan Zijn voeten. 'Heere, ontferm U mijner!' De Heere Jezus was met innerlijke ontferming bewogen. Hij raakte de onreine aan en sprak: Ik wil, word gereinigd. De melaatsheid ging 'terstond' van hem.

 

Bijbelverklaarder Matthew Henry legt kernachtig uit hoe we van deze melaatse kunnen leren hoe tot Jezus te komen. We moeten net als hem komen met grote ootmoed, met een vast geloof in Zijn macht, en met onderworpenheid aan Zijn wil. De melaatse wordt door Jezus streng geboden om zijn mond te houden. Maar hij doet dat niet. Het gevolg was dat de toeloop zo groot werd, dat Jezus niet meer in Kapernaüm kon komen. En zij kwamen tot Hem van alle kanten. En jij, wat doe jij? Ik herinner je nog een laatste keer aan de oproep van Jezus waarmee we deze week begonnen: Bekeer je en geloof het Evangelie! Want het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen.