Deze week ging het steeds over dit ene: Dien de Heere, leef niet voor mensen, maar voor de Heere. Hij ziet je werk, Hij vergeet het niet, en Hij beloont uit genade.

— Efeze 6: 8

Nu sluit Paulus af met deze woorden: hetzij dienstknecht, hetzij vrije. Daarmee laat hij zien dat jouw plaats of status op aarde er niet toe doet. Het maakt niet uit of je vrachtwagenchauffeur, tandarts of verpleegkundige bent. Mensen maken verschil: wie groot is en wie klein, wie telt mee en wie niet. Maar de Heere maakt dat onderscheid niet.

De Heere Jezus zei het al dat de geringste, de grootste is in Zijn Koninkrijk. Dat heeft Hij zelf ook laten zien. Hij nam vrijwillig de gestalte van een dienstknecht aan. Hij werd gehoorzaam tot in de dood. Hij betaalde de schuld, niet voor Zichzelf, maar voor verloren mensen.

Op die manier is Hij een Zaligmaker die niet gediend wil worden maar die dient; Die al jouw gebrek en tekort vervult. Die, als jij aan het eind van de dag terugkijkt en zegt: ‘Ik heb vandaag weer mijzelf gediend’. Je aankijkt en zegt: ‘Maar ik wil dienen. Ik wil betalen. Mijn genade is ook voor jou genoeg’.

Zonder Hem gaat dat dienen van de Heere je echt niet lukken. Niet voor het eerst en niet opnieuw. Zonder Hem zul je ook geen loon ontvangen. Zonder Hem blijft het koud, dood en hard.

Zie daarom op Hem. De grote Dienaar. En als je zo op Hem ziet, dan ga je Hem dienen en mag je als je werk op aarde is gedaan dit lied zingen: 



Als hier op aarde mijn werk is gedaan,

En ik kom veilig aan ’s hemels kust aan,

O, dan zal daarin mijn vreugde bestaan,

Dat ik heel dicht naast mijn Heiland mag gaan.



O, dat maakt mij zalig en blij.

Als ik het Lam zie, geslacht ook voor mij,

Dat maakt voor eeuwig mij zalig en blij.