…en geroepen door Zijn genade, Zijn Zoon in mij te openbaren…

— Galaten 1:15c en 16a

Gisteren zag je wat het betekent om buiten of naast de Heere Jezus op iets anders te vertrouwen: de vloek. Paulus heeft jarenlang zo geleefd. Hij dacht dat hij in eigen kracht God wel zou kunnen ontmoeten. En dat duurde tot het moment dat God ingreep. Paulus noemt dit hier …geroepen door Zijn genade… Het was genade dat God hem persoonlijk opzocht om te laten zien dat hij zalig moest worden door het werk van de Heere Jezus Christus alleen. Buiten de Heere Jezus Christus waren zijn beste werken blinkende zonden. Door deze genade wordt er plaats gemaakt voor de Heere Jezus Christus en zo kan …Zijn Zoon geopenbaard worden. Dat betekent dat de Heere Jezus en Zijn werk de enige grond van vertrouwen wordt, waardoor je God kunt ontmoeten. Hoe komt er plaats in jouw hart voor de Heere Jezus? In de eerste plaats is dat genade. Daar kun jij niet over beschikken; dat geeft de Heere aan wie Hij wil en wanneer Hij wil. In de voorgaande woorden wordt dat duidelijk. Maar dat moet jou niet lijdelijk maken. Want God roept niet alleen door genade. Door genade komt er verwondering over de ontferming van God. Maar Hij roept ook tot genade; om eerlijk voor God te belijden wat er in jou leven is, waardoor je denkt dat God jou genadig moet zijn. In die weg laat de Heilige Geest alleen nog plaats over voor de belijdenis: alleen genade, alleen de Heere Jezus kan mij redden. Daar wordt genade geschonken.