“Nam ik vleugelen des dageraads, woonde ik aan het uiterste der zee, Ook daar zou Uw hand mij geleiden, en Uw rechterhand zou mij houden”.

— Psalm 139:9-10

David merkt in Psalm 139 niet alleen op dat de Heere hem in alles kent, maar ook dat Hij alomtegenwoordig is. Dat betekent dat de Heere overal te vinden is. Er is geen plaats op deze aarde waar de Heere geen weet van heeft. Al zou David tot in de hemel opklimmen, ook daar is de Heere. Als hij tot in de diepste diepten zou afdalen, ook daar heeft de Heere weet van (v. 7 en 8). Je ziet dat ook terug in Gods Woord. De Heere weet van David die de schapen van zijn vader hoedt. Maar Hij ziet hem ook als David tot de filistijnen vlucht. Hij weet af van Elia op de berg. Maar ook van Jona in de diepte van de zee.

Weet je wat dit voor jou betekent? Er is geen plaats waar je voor de Heere verborgen bent. Of je nu in een vliegtuig hoog in de lucht vliegt of in een onderzeeër in de diepste zee verblijft: de Heere weet ervan af. Of je nu thuis bent, op school of op je werk. Op een verjaardag, operatiekamer of examenzaal. Als je door het geloof met de Heere verbonden mag zijn, dan mag je weten en vertrouwen dat Hij in al die plaatsen zorg voor je draagt. Dat Hij je ook daar door Zijn Woord en Geest op wil zoeken en met Zijn evangelie wil vertroosten.