Leer mij, HEERE, Uw weg; ik zal in Uw waarheid wandelen;

— Psalm 86:1-11

Wie onderweg gaat van A naar B moet wel de goede weg nemen. Anders verdwaal je! Wie met de auto gaat, maakt meestal gebruik van een TomTom. Op de fiets kan een fietskaart worden meegenomen. Je hebt dat nodig om op de juiste bestemming te komen.

 

Nu bidt David tot God, opdat hij Gods weg met zijn leven mag weten. David vertrouwt zichzelf niet. Hij weet van zichzelf de juiste weg niet te vinden. God moet hem de weg door het leven wijzen. Anders loopt het met David verkeerd af. Hij beseft, dat alleen Gods weg goed is.

 

Misschien vraag jij je het ook wel eens af, wat Gods weg nu precies zal zijn. Het is trouwens geen best teken, als jij jezelf deze vraag nooit eens stelt. De vraag naar Gods weg kan dikwijls bovenkomen: als jij een baantje zoekt, als jij moet kiezen welke vervolgopleiding jij wil volgen, als het gaat om het krijgen van verkering, als het gaat om de keuze van vrienden of als het gaat om ….

 

God wil jou Zijn wegen leren door Zijn Woord en door Zijn Geest. Op jouw vragen vind jij in de Bijbel het antwoord. Daarin lees jij, wat Gods weg en Gods wil is. Je raakt er nooit in uitgeleerd. Voortdurend blijft de bede over: “Leer mij naar Uw wil te hand’len …” Wie in Gods wegen gaat, zal niet verdwalen. Maar wie eigen wegen kiest, zit op doodlopend spoor. Daarom is het belangrijk om elke dag maar weer op de knieën te komen en te vragen of de HEERE jou Zijn weg wil leren.