Johannes was dopende in de woestijn en predikende den doop der bekering tot vergeving der zonden

— Markus 1: 4

We kennen allemaal Johannes de Doper, een beetje zonderling figuur. Wat alternatief gekleed: een mantel van kamelenhaar. Een vreemd eetpatroon: honing en wilde sprinkhanen. Hij woont in de woestijn; een vreemde man.

Hij gedraagt zich niet alleen opvallend, Hij zegt ook opvallende dingen! Hij zegt: “Het Koninkrijk van God is nabij – heel dichtbij – gekomen”. Dat is een boodschap die het Joodse volk nieuwsgierig maakt. Het Koninkrijk van God? Dichtbij gekomen? Dat betekent dat de Messias komt! En Johannes, die zich gedraagt als een profeet, wil men wel eens gaan horen. Een goede dominee met een aansprekende boodschap. Dat moet je gehoord hebben!

Nou…dek je dan maar in! Zoek dekking! Want de preek van Johannes is messcherp. Loeischerp wijst hij de zonden aan. Heel duidelijk is zijn boodschap: “Bekeer je, anders kom je dat Koninkrijk niet binnen! Belijd (vertel eerlijk aan God) je zonden. Anders krijg je geen vergeving. En belijd je jouw zonden, dan mag je worden gedoopt”. En ben je, met de vergeving over je zonden, klaar om de Koning te ontvangen.

Scherpe boodschap. Duidelijke preek. Geen woord Chinees. Iedereen – dus ook jij – kan het begrijpen.

Begrijp je het echt? Heb je je zonden al aan God beleden? Eerlijk vertelt, dat er niets van je deugt? Heb je de vergeving ontvangen? Let wel: de Koning komt eraan! Opnieuw! Zorg, dat je er klaar voor bent!