Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad.

— Johannes 15:9

Dat heeft de Heere Jezus wel heel, heel sterk uitgedrukt, vind je niet? Je wrijft je ogen uit, je leest deze tekst nóg een keer. Is het echt waar? Zegt de Heere Jezus echt dat Zijn liefde tot Zijn kinderen zeker even groot en sterk en levend en onbreekbaar is, als de liefde van Zijn Vader tot Hem? Je wordt er stil van. En dat mag wel ook. Dit is inderdaad niet te bevatten. Wél te aanbidden. En … soms ook een heel klein beetje te ervaren … als de Heere een heel klein scheutje van Zijn liefde in je hart druppelt. Méér van die grote stroom van liefde zou je niet eens kunnen verdragen. Hoe grote stroom? Nou, kom dan maar eens mee. Dan gaan we samen die heuvel op. Van afstand zien we het donkere kruis al tegen de blauwe lucht afsteken. We naderen schoorvoetend, diep onder de indruk, we knielen neer. En als we omhoog kijken, hangt Hij daar. Bloed druipt langs zijn gezicht, uit zijn handen, uit zijn voeten … En Hij bidt. Hij lijdt. Hij roept. Hij sterft. Hij betaalt de hoogste prijs. Hij heeft zó lief, zó lief, dat Hij Zijn ziel uitstort in de dood. ‘O Heere Jezus, red mij door Uw liefde, reinig mijn zonden door Uw bloed, amen’.