...Maar Ik heb tegen u dat gij uw eerste liefde verlaten hebt...

— Openbaring 2:4

Als je verkering hebt gekregen, en je bent ontzettend veel van iemand gaan houden, dan verandert je leven helemaal. Heel je leven komt in het teken te staan van je geliefde.  Later als je wat langer met elkaar omgaat en aantal jaren getrouwd bent,  is het vuur van de liefde er zeker nog wel, maar het is niet meer zo heftig voelbaar als in het begin. Je houdt van elkaar in liefde en trouw. Maar het wordt anders als je niets meer hebt met die liefde die je toen voelde. Dat laatste is er aan de hand in de gemeente van Efeze. Er zijn vele goede dingen te vinden zegt Jezus vanuit de hemel in deze brief. Zij volharden in de leer en wijzen de dwaalleer af. Ze zetten zich in voor Christus en Zijn gemeente. Maar ze hebben hun eerste liefde verlaten. Het dreigt alleen maar vorm te worden. De hartelijke omgang met de Heere zijn ze langzamerhand kwijt geraakt. Ze gaan naar de kerk, ze lezen en ze bidden, maar het is niet meer met heel hun hart. De eerste liefde hebben  zij  verlaten. Misschien herken je jezelf hierin. Je hart was vervuld met liefde tot God toen je belijdenis deed, je verwonderde je zo dat God oneindig goed is voor een verloren zondaar en dat Hij je in Christus aanziet. Maar nu is het anders, het lijkt wel alsof genade gewoon geworden is en Gods liefde je niet meer verbreekt. Het vuur van de liefde brand niet meer zoals toen. Jezus zegt: Gedenk waarvan gij uitgevallen zijt en bekeer u. Bekeer je, belijdt je koudheid en kilheid en komt tot Christus, Die door Zijn Geest je hart wil doen herleven en het vuur van de liefde weer aanwakkert.