— Genesis 5:12-24 en Hebreeën 11:5-6

Deze week staan we samen stil bij het leven van Henoch. Hij is de tweede naam uit de lijst met geloofshelden uit Hebreeën 11. Van hem is maar heel weinig bekend. Maar wat we van hem weten uit de Bijbel is veelzeggend: Henoch wandelt met God. Daarmee heeft hij God behaagd.

Die vertrouwelijke omgang met God is er niet altijd geweest. Wanneer Henoch op 65-jarige leeftijd zijn oudste zoon Methusalach ontvangt, gaat hij met God wandelen. Waarschijnlijk is deze geboorte voor hem tot grote zegen geweest. Niet alleen droevige gebeurtenissen kunnen keerpunten van geloof en bekering worden of het geloof verdiepen, maar ook blijde gebeurtenissen. Met de kleine in de armen heeft Henoch de verantwoordelijkheid gevoeld: hoe kan ik nu ooit m’n kind goed opvoeden? Dat kan alleen maar al ik de Heere vrees! Daarom is Henoch tot God genaderd in het gebed. Hij heeft bij Hem een toevlucht gezocht in het vertrouwen dat God een Beloner is van degenen die Hem zoeken. Dat is uitgekomen. Henoch is in dat geloof niet beschaamd geworden.

Ook vandaag is het waar dat God een Beloner is van degenen die Hem zoeken. Het vinden is dan geen loon wat we verdienen door ons zoeken, maar genadeloon wat alleen door Christus is verdiend. Zoekt de HEERE, terwijl Hij te vinden is. En die Hem vroeg zoeken, zullen Hem vinden.