— Romeinen 8:1-9
Wandelen met God is ook wandelen naar de Geest. Paulus stelt dat tegenover het wandelen naar het vlees. Degenen die naar het vlees wandelen, zijn volgens de kanttekenaren mondchristenen. Dat zijn mensen die wel over de godsdienst kunnen praten, maar er niet naar leven. Zij zitten op zondag in de kerk, maar leiden de andere dagen van de week hun wereldse leven. Hun levenswandel die zichtbaar wordt in hun woorden en daden deugt niet. Op een andere plaats noemt Paulus dat de werken van het vlees.
Een ware gelovige wandelt niet meer naar het vlees, maar naar de Geest. Hij wordt door Gods Geest vernieuwd en gedrongen tot een nieuw en godzalig leven. Dat betekent een haten en vlieden van de zonde en een leven tot eer van God en tot welzijn van de naaste. Paulus wijst in Galaten 5 op de vrucht van de Geest: liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en matigheid. Zijn deze vruchten ook zichtbaar in jouw leven?
Wandelen naar de Geest is een voortdurend steunen op Christus. Een dagelijks schuilen bij Hem. Wandelen naar de Geest is vooral ook wandelen naar het Woord. De Bijbel is op je levensweg het enige kompas. Hij maakt in dat Woord onze gang en treden vast.
Door Ds. J. Joppe