De ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige vrouw is geheiligd door de man, want anders waren uw kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig.

— 1 Korinthiërs 7:14

Het is heel rijk wat God in Zijn verbond belooft. Maar hoe wordt dit nu jouw persoonlijk eigendom? Niet automatisch, maar door te doen wat je gisteren in de Bijbel las: zij die het woord van Petrus gaarne aannamen, werden gedoopt. Zo worden al de genadeweldaden en verbondsvoorrechten jouw deel, jouw eigendom.

Verwerp dan deze weldaden niet, maar neem ze aan! Veracht dan deze voorrechten niet, maar maak een goed gebruik van de rijkdom die via je gelovige ouders tot jou kwam.

Paulus schrijft daarover aan de christenen in Korinthe. Kinderen van gelovige ouders horen niet bij de wereld, maar bij Gods gemeente; ze zijn geen onreine heidenen, maar heilige verbondskinderen.

De tegenstanders op de Dordtse Synode hadden dus geen gelijk, want ook zuigelingen worden zalig.

Maar jij? Jij bent niet jong gestorven. Jij leeft nog. (Hoe lang nog?) Daarom nog één keer: verwerp toch deze verbondsweldaden niet en veracht deze genadevoorrechten niet! Maar buig je knieën voor de God van Abraham, de God van het verbond, en smeek Hem dat Hij je geloofskennis schenkt van deze zaligheid.

Ik vraag je: wat doe jij met Gods beloofde heil: aannemen of afwijzen?