28 November 2018
David krijgt een belofte
David krijgt een belofte

8 Nu dan, alzo zult gij tot Mijn knecht, tot David, zeggen: Zo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb u genomen van de schaapskooi, van achter de schapen, dat gij een voorganger zoudt zijn over Mijn volk, over Israël.
9 En Ik ben met u geweest overal waar gij gegaan zijt, en heb al uw vijanden voor uw aangezicht uitgeroeid; en Ik heb u een groten naam gemaakt, als den naam der groten die op de aarde zijn.
10 En Ik heb voor Mijn volk, voor Israël, een plaats besteld en hem geplant, dat hij aan zijn plaats wone en niet meer heen en weder gedreven worde; en de kinderen der verkeerdheid zullen hem niet meer verdrukken, gelijk als in het eerst
11 En van dien dag af dat Ik geboden heb richters te wezen over Mijn volk Israël. Doch u heb Ik rust gegeven van al uw vijanden. Ook geeft u de HEERE te kennen, dat de HEERE u een huis maken zal.

— 2 Samuel 7: 8-11

David wil uit dankbaarheid een tempel bouwen en Nathan de profeet vindt het ook goed. Maar de Heere wijst het plan af.



Teleurstellend voor David. En ook voor Nathan, trouwens. Die moet ook terug naar David. Sorry, David:”Ik zei dat de Heere met je zou zijn, maar dat moet ik terugnemen. De Heere wil het niet.”



Daar sta je dan, op dankdag. Je hebt net je spaarpotje leeggemaakt en je wilt wat extra’s in de collectezak doen of overmaken aan een goed doel… en de Heere zegt: hou het maar. Dat is pijnlijk. Wat doe ik verkeerd?



Heere, wat wilt U dat ik doen zal…. Dat moet je gaan vragen!

Met al die zegeningen van de Heere. Je gezondheid. Je ogen. Je handen. Je verstand. Je lichaamskracht. Je geld. Met alles wat je hebt gekregen… Heere, wat wilt U dat ik zal doen? Hoe – zingt psalm 116 – hoe kan ik U dank bewijzen voor alle weldaden (goede dingen) die U mij gegeven hebt? En zeker wanneer je een nieuw hart gekregen hebt, vergeving van zonden, eeuwig leven… Heere: wat wilt U dat ik zal doen?



Wat je doen moet? Luisteren! Luisteren naar wat de Heere zegt. Wat zegt de Heere dan? IK ZAL U een huis maken.



De Heere draait het om! David: jij zult geen huis bouwen voor MIJ, maar IK BOUW EEN HUIS voor JOU! En voor je kinderen en kleinkinderen en een rustplaats voor Mijn volk Israël. David: dat beloof Ik je. Ik bouw een huis voor jou! En niet zo maar een huis, maar een eeuwig huis (vers 16).



Zo…. Dat is nog eens een belofte! Een belofte van God Zelf. Ik… een eeuwig huis. Van de Heere! Woon jij al in zo’n huis? Wat is jouw eeuwige tehuis straks? Denk daar vandaag eens over na!

Ds. J.R. van Vugt

Door Ds. J.R. van Vugt

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl