…zo gaf hen de HEERE in de hand der Filistijnen veertig jaar.

— Richteren 13:1

Vanuit Gaza worden al duizenden jaren aanvallen op Israël uitgevoerd. Eerst door de Filistijnen, en nu door de Palestijnen. Begin deze maand werden vanuit Gaza op één dag 460 raketten afgevuurd. In de eenzijdige berichtgeving wordt Israël als agressor aangewezen. Maar aan de reden waarom die plaatsvinden, wordt geen aandacht besteed. Israël heeft altijd veel vijanden gehad. Maar geen volk heeft Israël zo gehaat en vernederd als de Filistijnen. Ze woonden in de Gazastrook waar vandaag de dag de Palestijnen wonen. De Israëlieten waren hun slaven. Geen vijf jaar, zoals in de Tweede Wereldoorlog, maar veertig jaar. Maar dat gaat niet buiten God om. Hij gaf die Filistijnen de gelegenheid om het volk Israël te kastijden. Zij mogen gedacht hebben dat zij zo slim en sterk waren, maar zij konden geen aanval uitvoeren zonder dat de HEERE hen daar de ruimte voor gaf. En dat is nog zo. Achter dat langslepende conflict tussen de Joden en de Palestijnen schuilt een geestelijke strijd. De Verenigde Naties zouden niet zoveel hoeven te vergaderen als ze dat eens zouden inzien. De God van hemel en aarde heeft dit volk tot Zijn volk verkoren. En daarom wordt het door alle vijanden van God bestreden. Dat is de verklaring van het antisemitisme.