Zijn gehemelte is enkel zoetigheid, en al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk een is mijn Liefste, ja zulk een is mijn Vriend.
— Hooglied 5:16
Met Christus’ gehemelte (volgens de Engelse vertaling: mond) wordt niet zozeer de spraak bedoeld (13) maar om liefde en vriendelijkheid aan te duiden. Een kus van Jezus’ mond. Een gevoel van de liefde van God, die door de Heilige Geest is uitgestort in het hart. Wat zal de bruid nog meer zeggen. Wij profeteren ten dele. Zij zegt: Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zij krijgt er niet genoeg van. Bij Hem is de enige troost in leven en sterven. Christus is haar Liefste. Wie vader of moeder (of iets anders) liefheeft boven Mij is Mijns niet waardig. Ja, Christus is haar vriend. Vriendschap is een van de grootste zegeningen op aarde. Deze vriend is er altijd. Hij is betrouwbaar. Hij geeft de beste raad. In Spreuken 14 staat dat een arme zelfs van zijn vriend wordt gehaat. Maar dat geldt niet van Christus. Schoon ik arm ben en ellendig, denkt God aan mij bestendig. Is Hij jouw Vriend? Is Hij begeerlijk in jouw ogen? Raak je niet uitgekeken op Hem? Het is Pinksteren geweest? Heeft de Heilige Geest Christus in jouw hart verheerlijkt? Heb jij de Geest ontvangen? Dan heb je niet alleen van Zijn levend water gedronken, maar dan heb je Christus ook bemind en aangeprezen.
Door Ds. J. Lohuis