En mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker.

— Lukas 1:47

Ik weet niet hoe het met jouw geest gaat. Je weet dit zelf het beste. Toch kan het zomaar gebeuren, dat je het zelf ook niet weet. Je denkt wel over je lichaam en je zorgt er goed voor. Of niet? Maar je bezinnen op je ziel of je geest? Daar had je vandaag nog niet aan gedacht.

Maria had het in vers 46 over haar ziel en nu heeft ze het over haar geest. Twee woorden voor dezelfde zaak: je eigenlijke ik, waarmee wij zijn aangelegd op onze Schepper.

Ben je vandaag blij? Waarover?

Ben je helemaal niet blij? Waarom dan niet?

In beide gevallen kan Maria je wat leren: als jonge vrouw verheugde ze zich in haar Zaligmaker. God redde haar van het verderf.

Heb je hier geen deel aan, dan is er ook weinig om je blij over te maken. Maar heb je dit wel ontvangen, dan heb je weinig reden om helemaal niet blij te zijn.

Een vraag: weet jij wat ‘zaligmaken’ betekent? Weet jij uit ervaring wat het werk van de Zaligmaker der wereld is?

Hoe verloren ben jij? Hoe reddeloos verloren?

Stap niet over deze vraag heen! Denk er over.

Denk er nog een keer over.

Zoek een antwoord op de vraag: is God jóuw Zaligmaker?

Verheug je dan steeds – diep.