Zo wordt gij ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterdom, om geestelijke offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus Christus.

— 1 Petrus 2:5

Op de Hoeksteen uit vers 4 wordt een huis gebouwd. Je kent dat wel… Eerst wordt er een stevig fundament gelegd. Een stevige betonnen plaat. En daarop bouw je een huis. Een Hoeksteen is een steen op een hoek die twee muren draagt. Haal je de steen weg, dan storten de muren en daarmee het hele huis in.

 

Op de Hoeksteen Jezus worden andere stenen gelegd. Alleen, dit zijn wel rare stenen… Het zijn namelijk levende stenen. Gij wordt als levende stenen gebouwd, zegt Petrus.  

 

Hoe ben ik een levende steen? Is dat je vraag? Want let wel: alleen levende stenen liggen en rusten op de Levende Steen Jezus Christus.

Van nature zijn wij dode stenen en is ons hart een dood en stenen hart….

Besef je dat? Raakt je dat? Heb je daar wel eens last van?

Paulus zegt in Efeze 2: 1 “En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden”. Gaat dat over jou? Dat Hij – Jezus – je levend heeft gemaakt?

 

Dit is dé vraag van je leven! Ben ik een levende steen in het geestelijke huis dat God bouwt?

Kan ik dat weten?

Jazeker! Dat moet je weten! En je weet het ook! Omdat je geproefd hebt, of niet. Omdat je je leven offert als een dankoffer aan de Heere. Iedere dag, uit dankbaarheid, Zijn geboden doen. Of niet. Een levende steen leeft, offert, dankt, doet de geboden van de Heere uit dankbaarheid. En de Geest van God woont in je hart.