“Vriend, waartoe zijt gij hier?”

— Mattheüs 16:50a

Je hebt je misschien wel eens door iemand verraden gevoeld. Je beste vriend, je beste vriendin liet het afweten op een moment dat je hem of haar juist zo nodig had. Of ze hebben je in hun eigen belang voor iets gebruikt. Wat kun je je in die momenten verraden voelen. Wat kun je dan teleurgesteld in hen zijn.

De Heere Jezus weet wat verraad is. Hij werd door één van Zijn twaalf trouwste discipelen verraden. Judas. Niemand van de andere discipelen had gedacht dat hij de Heere zou verraden. Ze hadden hem zelfs de geldbuidel toevertrouwd. Maar juist hij is het die de Heere met een kus aanwijst als “Jezus de Nazarener”, zodat de soldaten Hem kunnen herkennen en mee kunnen nemen.

De Heere Jezus wist dat Judas Hem verraden zou. En toch spreekt Hij hem hier aan met ‘vriend’. Dat is van grote betekenis. Het laat je zien dat de Heere zelfs degene die Hem dit lijden aandoet nog als vriend ziet. Dat Hij zelfs met Judas nog het beste voorheeft. Het is ook voor jou een bemoediging. Want van nature zijn wij niet anders dan Judas. Dan verraden we de Heere dagelijks, door onze eigen wegen te bewandelen en ons tegen Hem en Zijn dienst te verzetten. Maar heb dan goede moed: er is bij de Heere nog een weg terug. Zelfs verraders noemt Hij nog ‘vriend’, opdat je je verraad aan Hem zou belijden. Zijn bloed reinigt ook van die zonde.