“Waakt en bidt,opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig,maar het vlees is zwak”.
— Mattheüs 26:41
De discipelen van de Heere Jezus zijn in de slaap gevallen, toen hun Heere zo’n grote en zware worsteling mee moest maken. Nu zoekt de Heere hen op en spoort hen aan om te waken en te bidden. Zijn discipelen kennen geestelijk leven. Eerder hebben ze beleden dat ze Hem liefhebben en zonder Hem niet meer verder kunnen en verder willen leven. Ze volgen Hem in de weg die Hij hen wijst. En toch: in de hof van Gethsemané laten ze het afweten. Ze vallen in slaap, terwijl hun Meester zo’n zware worsteling mee moet maken. Het laat ons zien dat kinderen van de Heere, ook na ontvangen genade, in zichzelf zo zwak zijn. Het zondige vlees blijft hen nog zo tegenwerken. Dat zondige vlees wil voor de Heere niet buigen. Het blijft naar de zonde en verkeerde dingen trekken. Ik hoop dat je die strijd in jezelf ook op mag merken. Dat je het, net als Paulus moet zeggen: “Het goede, dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik”. Nee,die strijd valt niet mee. Maar dan laat de Heere Jezus je in de dagtekst ook zien hoe je met die strijd hebt om te gaan. Je hebt te waken. Alert te zijn. Voorzichtig te zijn, zodat je je door je vlees niet mee laat trekken naar het kwade. Maar dat niet alleen. Je hebt ook te bidden, opdat je in Zijn kracht en genade tegen de zonde en verleidingen strijden zou.
Door Ds. B.D. Bouman