27 Juli 2020
Nehemia bidt
Nehemia bidt

'... en ik was vastende en biddende voor het aangezicht van de God des hemels!'
Nehemia 1: 4b

— Nehemia 1

Twee keer waren al ballingen vanuit Perzië teruggegaan naar Israël. En wat lezen we hier? Een godvrezend man op de burcht Susan! Staande gebleven, niet in eigen kracht. Maar... net als Mozes bij Farao, Obadja bij Achab en Daniël bij Nebukadnezar, in de kracht des HEEREN. Duidelijker nog: in de vreze des HEEREN. Wat heeft Nehemia gehoord? De muur van Jeruzalem is gescheurd en de poorten zijn met vuur verbrand. Dit bericht brengt Nehemia op de enig juiste plaats: op de knieën in het gebed voor God. Hij kleineert de zonden van Israël niet. Hij weet dat ze gezondigd hebben en Gods genade niet verdienen. Wat een indringend gebed van Nehemia, lees het maar goed. De HEERE heeft dit volk apart gezet, maar in het dagelijks leven zie je geen verschil tussen de omringende volken en Israël. Geen onderscheid tussen kerk en wereld. Hoe is dat bij jou? Een gedoopt voorhoofd, maar hoe is je levenswandel? Krijgt de HEERE de plaats die Hij toekomt? Leef je daar onverschillig onder voort of is het jou tot smart, heb je er verdriet over, dat je telkens van de Heere afdwaalt? Nehemia mag pleiten op Gods beloften uit het verleden, die ook in het heden nog gelden, ja zelfs voor de toekomst hun betekenis niet verliezen. Ze hebben U toch niet allen verlaten?'  Zal de Heere zulke oprechte bidders laten staan? Dat is onmogelijk, want het gaat om Zijn eer. Het is Zijn eigen werk. Wat Hij belooft, zal Hij ook doen. Op zijn tijd. Vertrouw dan toch op Hem en sla het oog en het hart naar Boven. Daar is alleen hulp te verwachten. Ook voor jou!



 'Hij slaat, toch schoon oneindig hoog, op hen het oog, die need'rig knielen.'

B.S. van Groningen

Door B.S. van Groningen

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl