… en voor mijn zoon Izak een vrouw nemen zult.

— Genesis 24: 4b

Abraham wil, dat zijn schoondochter gehaald wordt uit zijn eigen land en maagschap. Hoe zit dat? Want Abraham moest immers zijn land, zijn stam en zijn vaders huis verlaten. In Ur werden de afgoden gediend (Joz. 24). Zowel de vrouwen van Kanaän als de vrouwen uit zijn familiestam zijn heidense vrouwen. Het zijn vrouwen, die de afgoden liefhebben.

God werkt echter in de lijn van de geslachten. We weten, dat Abraham stamt uit het geslacht van Sem, de zoon van Noach. De Heere heeft rijke beloften gedaan aan Sem (Gen. 9: 26). Heel de familie van Abraham valt onder de reikwijdte van deze verbondsbelofte. Abraham wil een vrouw voor zijn zoon uit het nageslacht van Sem, uit de kring van het verbondsvolk.

Daarom stuurt Abraham zijn knecht er naar toe. Abraham weet hoe belangrijk het is een vrouw te hebben, die de Heere kent en liefheeft. Abraham, de vader der gelovigen, wenst een godvrezende vrouw voor zijn zoon Izak. Een huwelijk dient immers een afspiegeling te zijn van het geestelijk huwelijk tussen Christus als de hemelse Bruidegom en Zijn bruidskerk op aarde. Waar man en vrouw samen schuilen bij het kruis van Golgotha wordt ook echte liefde tussen elkaar gevonden.

Misschien verlang jij naar verkering. Je wilt graag iemand hebben met wie je alles kan delen. Maar waar zoek jij het? Wie verkering zoekt op plaatsen, waar de Heere niet wordt gediend hoeft geen zegen te verwachten op die relatie. Zoek het daarom niet in het uitgaansleven van de wereld of bij wereldse gelegenheden. Dan kom je thuis met iemand, waarmee je meestal de Heere niet kan dienen. Er zijn genoeg plaatsen, waar je kerkelijke jongelui kunt ontmoeten. Het is zo fijn, als je iemand mag vinden, waarmee je de Heere kan dienen.