… en men noemt Zijn Naam Raad.

— Jesaja 9:5

Tegen de gemeente in Laodicea (tegenwoordig Turkije) zegt Hij: jullie verbeelden je dat geen enkel ding je ontbreekt, maar jullie hebben niet door dat jullie

- straatarm zijn;

- helemaal geen kleren aan hebben;

- en totaal blind zijn.

Jezus laat het ook ons weten dat wij in geestelijk opzicht net zo arm en blind en naakt zijn – al verbeelden we ons heel wat.

Maar wat nu? Als je gaat inzien hoe arm en ongekleed en blind je bent? Hoe los je dat op? Jezus laat Hij het daar niet bij. Hij biedt de oplossing: Ik raad je aan dat je van Mij goud koopt, zodat je rijk wordt, en kleren, zodat de schande van je naaktheid niet gezien wordt, en oogzalf zodat je kunt zien.

Dus: Jezus geeft raad. En dit niet alleen voor het grote zondeprobleem, waar je onder bezwijken zou. Maar ook voor alle andere problemen die je wakker houden, en die het onbezorgd blij-zijn verhinderen.

Jesaja zegt: men noemt Hem Raad. Wie is die ‘men’? Hoor jij daar ook bij, verlangend naar Zijn wijsheid? Hoor jij er ook bij, genietend van Zijn troost?