— Psalm 78: 1-7

Martha                                             

 

Martha was aan het werk gegaan. Maria niet. Ze bleef zitten. Ze bleef luisteren. Wat een verschil tussen die beide zussen. Martha, die de handen uit de mouwen steekt. Martha, die bezig is om in de honger en dorst van Jezus te voorzien. Bij Maria ligt dat anders. Zij zit aan Jezus’ voeten als een hongerige en dorstige ziel. Zij verlangt om gespijzigd te worden met het Brood des levens en gelaafd met het Water des levens.

 

Maria moest het niet hebben van geven, maar van ontvangen. Niet haar dienen was belangrijk, maar wel het dienen van Jezus. Het uitdelende werk van God stond bij haar voorop. Zij had Jezus niets te bieden. Ze kon slechts van Hem ontvangen. Ze kan alleen met lege handen bij Hem komen. Ze zoekt bediend te worden uit Hem. Ze kent dat ontvangende leven. 

 

Ben jij daar al achter gekomen? Heb jij geleerd dat al jouw dienstwerk niets voorstelt? Jij hebt Jezus echt niets te bieden, hoor! Wat je ook doet en hoe je ook je best doet. Je schiet in alles tekort. Er is helemaal niets in de mens, waardoor jij voor God iets zou kunnen betekenen. Heel jouw bestaan is doortrokken van zonden en ongerechtigheden. Het is daarom zo nodig om door Christus bediend te worden. Zijn onderwijs is onmisbaar.

 

Kom: ga dan eens zitten aan Jezus’ voeten. Neem daar nu eens plaats. Luister maar naar Zijn stem. Dat is het heerlijkste plekje, dat er is. Hij geeft ook het beste onderwijs. Hij is de Leraar, Die onderwijst in de weg der zaligheid. Hij is de Meester, Die alles bekendmaakt wat nodig is op reis naar de eeuwigheid. Bij Hem zijn de woorden van het eeuwige leven. Zijn woorden zijn vol van genade. Beter onderwijs dan op Jezus’ school krijg je niet!

 

Terwijl Martha staat, zit Maria. Die houding is nu ook kenmerkend voor een discipel. Het is de juiste luisterhouding. Want wie zit, is door de knieën gegaan. Hij staat niet meer recht overeind. Het zitten wijst op een lage plaats, die is ingenomen.

 

Zitten wijst op onderworpenheid en overgave. Het spreekt ook van afhankelijkheid. Wie aan iemands voeten zit, kijkt omhoog naar de ander. Je bent gericht op die ander. Zo richt Maria zich ook op het spreken van Jezus. Maria zit er. Ze blijft er ook zitten. Ze kan nog zoveel leren. Want op de leerschool van Jezus raak je nooit uitgeleerd!