— Genesis 37:12-20

Hé, wie komt daar? Kijk eens goed! Ja, hij is het… Kijk maar naar zijn jas. De broers zien in de verte Jozef aankomen. Hij is eropuit gestuurd. Door zijn vader. Om te zien hoe het gaat met zijn broers. Ten diepste is Jozef op pad gestuurd door God, reeds op weg naar Egypte… Jozef is gegaan. ‘Zie, hier ben ik!’ zei hij (vers 13). Zo is de Zoon van God naar deze aarde gekomen. Om de wil van Zijn Vader te doen.

Jozef is ondertussen de weg naar zijn broers gewezen. Hoe zullen ze hem ontvangen? Het is duidelijk dat Jozef wel de laatste is op wie ze zitten te wachten. Ze maken zelfs plannen om hem te doden! Ze zeggen tegen elkaar: ziet, daar komt die meesterdromer aan! Wat een haat spreekt er uit hun woorden! Ze kunnen hun verwende broertje niet uitstaan. Daar komt hij. Zullen zij voor hem buigen? Dat is een niet te verdragen gedachte. Ze zeggen tegen elkaar: we zullen hem doodslaan, en eens zien wat er van zijn dromen terecht komt!

Zo kun je soms omgaan met Gods woorden. De broers haten Jozef om zijn dromen en zijn woorden (vers 8). Terwijl juist deze dromen en woorden profetisch zijn. De betekenis ervan zal blijken in de toekomst. Zo is het met Gods woorden. Zo is het met Zijn Evangelienodiging. Heb je gehoor gegeven aan Zijn roepstem? Tegenover Christus kunnen we niet neutraal staan. Wat doen wij van nature? Wij haten God en onze naaste! Het is nodig dat te (blijven) beseffen. En ons radicaal te bekeren tot Hem.