‘… en verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus’.

— Titus 2:13

Een christen verwacht de ‘verschijning der heerlijkheid van de grote God en onze Zaligmaker Jezus Christus’. Wat een heerlijkheid! Wat een glorie! Leven uit de Heere Jezus (onze Hoop) geeft zekerheid over de toekomst.

 

Hij komt. Met macht en majesteit. In heerlijkheid. Elk oog zal Hem zien en elke knie zal zich voor Hem buigen. Ja, het zal een dag van oordeel zijn. Huiveringwekkend voor al degenen die aan deze Zaligmaker voorbij leven. Dat doe jij toch niet? Dan roep ik je vandaag toe: laat je met God verzoenen!

 

In vers 13 wordt vooral de heerlijkheid benadrukt van Zijn wederkomst. Hij komt. De grote God en onze Zaligmaker. Hier gaat het niet over enerzijds God en anderzijds Jezus Christus. Nee, Jezus Christus is de grote God en onze Zaligmaker! Hij is het gekomen is in een verloren wereld. De Zoon van God is mens geworden. Hij heeft Zichzelf gegeven. Lees vers 14 er hier maar bij. Om te verlossen van alle ongerechtigheid. Hij leert mij leven, toegewijd aan Zijn eer. Ons leven vervuld met het uitzicht van Zijn heerlijke komst.

 

Leven van deze heerlijkheid is leven vanuit de toekomst. Het beste komt nog. Door die verrekijker haal je het dichterbij. Leven van die zaligmakende genade van God. Deze genade geeft ons onderwijs en voedt ons op en leert ons leven in blijde verwachting. Totdat Hij komt.

 

Daarom verwachten wij die dag met een groot verlangen, om ten volle te genieten de beloften van God, in Jezus Christus onze Heere (art. 37 NGB, GdBres).