“en Obadja was de HEERE zeer vrezende.” (2)

— 1 Koningen 18:3b

Weet je al wat het is om de HEERE te vrezen? Misschien was het een van de eerste psalmen die je leerde: “Wie heeft lust de HEERE te vrezen..?” Een dominee riep dat eens uit in de preek. Toen riep een klein jochie keihard door de kerk; “Ikke” Maar wat is het? Dat weet je eigenlijk alleen als je het doet. In deze wonderlijke uitdrukking zitten zoveel mooie gedachten. De spreukendichter zegt : “De vreze des HEEREN is te haten het kwade. Het is dus ook “haten.” Ja, je zonde. Alles in je leven wat God niet bedoelt en verheerlijkt. Dat is zonde. Ook al lijkt het nog zo vroom. Het gaat om God, om Zijn eer, als je de HEERE vreest. En je  het kwade haat. Waarom? Omdat je Hem lief hebt gekregen. Ja zo lief , dat je het niet meer kunt hebben dat Hij beledigd wordt. Je kunt het jezelf niet vergeven. Je kunt het in anderen niet verdragen. Je haat het kwade. Omdat je ziet wat het de Heere Jezus heeft gekost om jouw zonden te dragen. “nedergedaald ter helle.” Ja, hoe meer je dat in waar geloof beleeft, hoe groter wordt je haat tegen je zonde. Maar hoe groter wordt ook je liefde voor Hem, Die jou eerst heeft liefgehad. Nu staat er van Obadja dat de HEERE “zeer vreesde.” Hij had Zijn HEERE, zo diep en innig lief. Dat is Hij ook zo waard. Als je de HEERE leert kennen, leer je hoe oneindig goed, zuiver en lief Hij is. Maar ook hoe rechtvaardig en barmhartig. Dat alles zie je samen komen in het offer van Christus. Het straalde eraf bij Obadja. Iedereen kon het aan hem merken. Want dat kan niet verborgen blijven als je de HEERE vreest. Dan ga je helemaal tegen de stroom in. Dan ben je gek in de ogen van de wereld. Ze haten je, ze lachen je uit. Laat ze maar lachen. Want hun lacht verstomt en eindigt in oneindig en eeuwig wee. Jouw tranen worden tot blijdschap. God zal ze allemaal van je ogen afwissen. Maar hoe kon Obadja dan een topfunctie bekleden aan het goddeloze hof van koning Achab? Daarover in de volgende bijdrage.