“Die in de schuilplaats des Allerhoogsten is gezeten, die zal vernachten in de schaduw des Almachtigen”

— Psalm 91:1

In tijden van zorg en gevaar is het belangrijk om een schuilplaats te hebben. Een plaats waar je veilig bent. Waar je naar toe kunt vluchten om te schuilen. Je hebt je misschien wel eens afgevraagd waar je in tijden van rampen of gevaar veilig zou kunnen zijn. Waar je je zou kunnen verbergen.

In Psalm 91 wordt ook over zo’n schuilplaats gesproken. Een plaats waar je veilig bent. En dit is werkelijk de állerbeste schuilplaats. Het is dé schuilplaats van de Allerhoogste. Je leest niet over een van de vele schuilplaatsen die de Heere ons wijst. Nee, er is maar één plaats waar wij ten diepste veilig zijn. Dat is bij Zijn Zoon, Jezus Christus. Hem heeft de Vader gegeven tot een Schuilplaats voor Zijn oordeel en voor Zijn toorn. Buiten die Schuilplaats is er geen bescherming te vinden.

Alleen diegenen, maar ook al degenen die oprecht en blijvend tot Hem vluchten zijn veilig. Dat blijkt ook uit deze tekst. We lezen daar over degenen die ‘gezeten zijn’ in die Schuilplaats. Het Hebreeuws laat zien dat het hier gaat over mensen die in die schuilplaats zitten en daar ook blijven zitten. Omdat ze beseffen dat als ze ook maar één moment buiten de Schuilplaats komen, dat het dan afgelopen is met hen. Ze kunnen en willen deze Schuilplaats niet missen. En jij? Heb jij je veiligheid en bescherming al gezocht op de plaats waar God je die wil geven? Bij Zijn Zoon? De veiligheid die Hij je te bieden heeft kun je nergens anders vinden.