“En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken”

— Johannes 10:28

Wanneer Christus onze Koning is geworden dan worden we geroepen om Hem te dienen en Hem te gehoorzamen. Maar dan worden we ook geroepen om te strijden. Nee, niet met geweren, raketten, drones of ander wapentuig. Het is namelijk een geestelijke strijd die geleverd moet worden. De vijanden zijn talrijk. De duivel probeert degenen die van Christus zijn bij hun Heere vandaan te drijven. De wereld trekt op allerlei manieren aan Christus’ volgelingen zodat ze maar vooral bezet zijn met de tijdelijke dingen. En ze blijven in zichzelf zo kwetsbaar. Hun vlees blijft na ontvangen genade geneigd tot het kwade. Christus zegt het tegen Zijn discipelen: “Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.”

Herken je dit strijden in je eigen hart en leven? Als dat zo is, dan weet je ook dat de strijd die geleverd moet worden niet meevalt. Zijn gelovigen hebben voortdurend alert te zijn. Gelukkig schenkt de Heere een geestelijke wapenrusting (Efeze 6). Die mogen ze in hun strijd gebruiken om zich tegen de zonde te verzetten. Je vraagt je misschien wel eens af of je staande kan blijven in de geestelijke strijd. Toch mag je door het geloof moed hebben en verwachting houden. De Heere Jezus zegt in Johannes 10:28 over Zijn volgelingen: “En Ik geef hun het eeuwige leven; en zij zullen niet verloren gaan in der eeuwigheid, en niemand zal dezelve uit Mijn hand rukken.” Dat heeft Hij met Zijn lijden en sterven voor al Zijn gelovigen verdiend. Dan kan de duivel briesen. De wereld verleiden. Je eigen vlees zwak zijn. Maar Christus staat blijvend voor de zaligheid van Zijn kinderen in!