1 INDIEN gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods.
2 Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn.
3 Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God.
4 Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn, Die ons Leven is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid.

— Kolossenzen 3: 1-4

Gisteren hoorden we over de betekenis van de doop. Je vindt dat hier in Kolossenzen 2 en 3 en vinden we ook in Romeinen 6. De doop betekent dat je met Christus gestorven en begraven bent en met Hem bent opgestaan in een nieuw leven. Twee vragen daarover:

Eerste vraag: besef jij de grote waarde van je doop?

Want dit is wat God belooft in Zijn heerlijk Evangelie, dat een ieder, die in Christus Jezus gelooft, niet zal verderven, maar het eeuwige leven zal krijgen (Johannes 3:16). Jij moet – en dat weet je best – wederomgeboren worden. Jouw doop is daar een beeld van. Het gaat niet om de vraag hoe jij over jouw (kinder)doop denkt, maar of je met Christus bent opgestaan, zoals jou in de doop door God beloofd is. Indien je met Christus opgewekt bent….

Wil je gered worden? Dan moet je dit kunnen belijden: “Ik ben met Christus gestorven en begraven (de oude mens en het oude leven) en opgestaan in een nieuw leven. Ik ben een nieuw schepsel, een nieuwe mens”.

Tweede vraag: Hoe weet je dat? Kan je dat weten?

Dat is niet zo moeilijk. Ben je met Christus opgewekt? Dan zoek je de dingen die Boven zijn en niet die van beneden zijn. Je leeft met je Hoofd in de hemel. De aarde en het aardse leven heeft zijn glans verloren. Je leeft met Christus en je leeft Christus-gericht. Dat weet je!

Je weet of je op jezelf gericht leeft of op de aarde gericht. Of dat het door Gods genade anders is. Dat je gericht bent op het hemelse. Het eeuwige. Leef je aards? Dan zal je met de aarde vergaan. Leef je hemels? Dan zal je eeuwig met Christus leven. Nu misschien verborgen (vers 3), maar straks in heerlijkheid (vers 4). Met Hem.