En zie Ik ben met ulieden.
— Mattheus 28 vers 20
Het is wonderlijk dat Mattheus met dezelfde boodschap eindigt als het evangelie begint.
In Mattheus 1 lees je één van de heerlijke namen van de Heere Jezus Christus: Immanuël. Dat betekent: God met ons. De laatste zin van het evangelie is het woord van Christus: En zie, Ik ben met ulieden al de dagen. Daartussen ligt heel de geschiedenis van het leven en het lijden van de Heere Jezus Christus. Hij is in de totale verlatenheid geweest. Van God verlaten.
Dat is het fundament van de wonderlijke zegen: God met ons. Wij konden daar nooit meer op rekenen. De keuze van ons hart is: Leven zonder God. Dat moet vervolgens eindigen in een sterven zonder God. En zonder God, dat is ook zonder hoop in deze wereld. Dan ben je echt de ellendigste van alle mensen. Maar met God. Dan kunnen we overal zijn. Dan geven de meest moeilijke situaties niet meer de doorslag in ons leven. Als God, mijn God maar voor mij is, wie is er dan mij tegen? En de zaligheid bestaat daarin, dat Gods kinderen eenmaal altijd bij de Heere zullen zijn. Is dat jouw uitzicht? Je bent niet te ver bij God vandaan, dat Hij dat niet zou kunnen geven. Omwille van Immanuël.
Door Ds. N. den Ouden