Verder zegt de HEERE: Daarom dat de dochteren van Sion zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande en trippelende daarhenen treden, en alsof haar voeten gebonden waren.
Zo zal de HEERE den schedel der dochteren van Sion schurftig maken, en de HEERE zal haar schaamte ontbloten.
Ten zelfden dage zal de HEERE wegnemen het sieraad der kousebanden, en de netjes, en de maantjes,
De reukdoosjes, en de kleine ketentjes, en de glinsterende kledingen,
De hoofdkroning, en de armversierselen, en de bindselen, en de reukballetjes, en de oorringen,
De ringen en de voorhoofdsierselen,

— Jesaja 3: 16-21

God stelt de kledingstijl van de dochters van Sion aan de kaak. Ze doen immers uit de hoogte. Ze lonken met de ogen. Ze voelen zich heel wat. Ze weten, dat ze er mooi uitzien. Ze kleden zich bewust verleidelijk. Zo lokken ze mannen in hun strikken. Ze flirten (vs. 16). Hun kledingkast en beautycase zit rijk gevuld. In de verzen 18 tot en met 21 worden éénentwintig kledingstukken, sieraden en poedertjes genoemd. Ze hadden keuze genoeg. Ze vonden het heerlijk zich mooi te kleden. Ze genoten ervan om steeds wat anders aan te doen en wat met hun haar te doen.

Misschien heb jij je er wel in herkend. Je kledingkast hangt vol. Je draagt graag iets nieuws. Je doet mee met de laatste mode. Bij de kapper kom je vaak. Nieuwe schoenen draag je geregeld. Jouw beautycase zit aardig gevuld. Je sieradendoos zit goed vol. En je kleding is net als in het Jeruzalem ten tijde van Jesaja net iets te uitdagend: te kort of te strak. Je vindt dat wel mooi. Zo val je tenminste op. Zo word je gezien. En de jongens kijken ernaar ….

In Jeruzalem gebeurde het allemaal. Niemand zei er wat van. De HEERE zegt er echter wel wat van. Zijn geboden gaan ook over de kleding, die wij dragen. Kleding is niet iets onbelangrijks. Het is gegeven na de zondeval tot bedekking van onze naaktheid. Zeker voor verbondskinderen geldt een kledingeis: de eis van het verbond. Dat is een afgezonderde levenswandel. Niet meegaand met de mode van de wereld. Ook in ons gelaat en gewaad dienen we merkbaar anders te zijn als de wereld.