Daarom zijt niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden?
Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft.
Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Zijt dan niet bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn zelfs kwaad.

— Matthéüs 6: 31-34

Wat weegt dan het zwaarste? De Heere Jezus wijst daarop: “maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid …” (Math. 6: 33a). Wat houdt dit zoeken nu in? Nou, je zoekt naar iets wat je verloren hebt of naar iets dat je graag hebben wil. Wie echt naar iets op zoek is, wordt erdoor gegrepen. Als jij je fietssleutel kwijt bent, zoek je deze overal. Je vindt geen rust totdat je het hebt gevonden.

Jezus roept op het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid te zoeken. Hij laat je dus niet lijdelijk afwachten met de handen over elkaar. Hij spoort je aan: “maar zoekt …”. In de evangeliën wordt vaak gesproken over het Koninkrijk van God. In Christus Jezus is het Koninkrijk van God in deze wereld doorgebroken. Wij staan echter van onszelf buiten het Koninkrijk van God. Dat wordt ook beleden in elke doopdienst. Wij zijn kinderen des toorns, “die in het rijk van God niet kunnen komen, tenzij wij van nieuws worden geboren”. Deze aansporing van Jezus is dan ook tegelijk een veroordeling door Jezus. Wij horen van onszelf tot het rijk van de vorst der duisternis.

Wie dat leert zien, die krijgt Gods gerechtigheid nodig. Gods gerechtigheid is datgene wat God eist. Datgene wat recht is voor God en voldoet aan de maatstaf die God stelt. Het gaat hier om de gerechtigheid, die voor God kan bestaan. Die vinden we echter niet onszelf. Die gerechtigheid ligt alleen in Christus Jezus. Alleen in Christus sta je recht voor God en is het weer recht met God. Jezus spoort dus aan om alle vermeende eigen gerechtigheid te laten vallen. We hebben Zijn gerechtigheid nodig. Wie deze gerechtigheid in Christus niet vindt, die zal ook buiten het Koninkrijk van God blijven staan.