Te Gibeon verscheen de HEERE aan Salomo in een droom des nachts en God zeide: Begeer wat Ik u geven zal.
En Salomo zeide: Gij hebt aan Uw knecht David, mijn vader, grote weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld heeft, in waarheid, en in gerechtigheid, en in oprechtheid des harten met U; en Gij hebt hem deze grote weldadigheid gehouden, dat Gij hem gegeven hebt een zoon, zittende op zijn troon, als te dezen dage.
Nu dan, HEERE, mijn God! Gij hebt Uw knecht koning gemaakt in de plaats van mijn vader David; en ik ben een klein jongeling, ik weet niet uit te gaan noch in te gaan.
En Uw knecht is in het midden van Uw volk, dat Gij verkoren hebt, een groot volk, hetwelk niet kan geteld noch gerekend worden, vanwege de menigte.schilderij van Govert Flinck: Salomo vraagt om wijsheid
Geef dan Uw knecht een verstandig hart, om Uw volk te richten, verstandelijk onderscheidende tussen goed en kwaad; want wie zou dit Uw zwaar volk kunnen richten?

— 1 Koningen 3: 5-9

Wat zal Salomo nu vragen? Daaruit zal immers blijken, wat er leeft in zijn hart. Wat zou jij aan de HEERE willen vragen? De God van Salomo is immers niet veranderd. Hij wil nog steeds uitdelen. Salomo vraagt om een verstandig hart. Hij vraagt dat met het oog op de regering van het volk. Hij heeft behoefte aan wijsheid. Salomo vraagt om een hart, dat kan onderscheiden tussen goed en kwaad. Eigenlijk vraagt de koning om een luisterend hart. Dat is erg belangrijk. Een hart, dat leert luisteren naar Gods stem en naar wat de HEERE zegt.

Dat hebben wij ook nodig. Dat vraagt een gerichtheid op Gods Woord. Dat vraagt om stil te zijn. Wij missen wijsheid. Echte wijsheid moet bij God vandaan komen. Eenmaal hadden wij wel een verstandig hart. Adam en Eva vonden hun vermaak in het luisteren naar Gods stem. Maar toen de mens zijn oor te luisteren ging leggen bij de satan zijn wij alle wijsheid verloren. We zijn gevallen in dodelijke dwaasheid. Sindsdien hebben we geen kennis meer van God en van goddelijke zaken. Daarvoor moeten onze ogen worden geopend door Gods Geest. Want dan leren we onderscheiden wat goed en wat kwaad is.

Salomo vraagt om een verstandig, opmerkzaam en luisterend hart. Dat hebben wij ook nodig. Bij ons werk of op school. Bij heel ons doen en laten. Een hart, dat leert luisteren naar Gods stem. Een hart, dat zich laat gezeggen door het Woord van God. Een verstandig hart is een hart, dat eigen dwaasheid heeft leren verstaan. Maar zo’n hart heeft ook ontdekt, dat de hoogste Wijsheid Jezus Christus is. Zo’n hart begeert te verkeren aan Jezus’ voeten om door Hem onderwezen te worden.