Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen, dat gij u onthoudt van de vleselijke begeerlijkheden, welke krijg voeren tegen de ziel; En houdt uw wandel eerlijk onder de heidenen; opdat in hetgeen zij kwalijk van u spreken als van kwaaddoeners, zij uit de goede werken die zij in u zien, God verheerlijken mogen in den dag der bezoeking.

— 1 Petrus 2: 11 en 12

Geliefden, ik vermaan u als inwoners en vreemdelingen…

 

Wil je weten of je een kind van God bent? Wel, dat kan!. Geef maar antwoord op deze vraag: “Voel je je thuis in de wereld? Wil je hier altijd blijven? Doe je mee met de dingen van de wereld? Of ben je een geestelijke vakantieganger, op doorreis?”.

 

Die vreemdelingen – die kinderen van God – onthouden zich van (vermijden) de vleselijke begeerlijkheden. De wereld van glitter en glamour, van seks, drugs, drank en geld is niet hun wereld meer. Ze vermijden dat. Ze haten dat. Ze doen niet meer mee. Ze veroordelen anderen niet, want ze deden dat vroeger ook. Nu hebben ze God en de naasten lief. Ze roepen hun naasten en vrienden en familie op om de Heere te dienen. Want ze weten: die vleselijke begeerlijkheden voeren krijg (oorlog) tegen de ziel.

 

Jonge vriend en vriendin: Het is OORLOG! Een gevecht van leven of dood. De duivel sluipt om je leven als een briesende leeuw. Hij verwoest je, maakt je kapot door seksuele zonden, drank, verleidingen van deze wereld. Je eigen vlees, je eigen lichaam, je eigen wil zijn allemaal zondig. De duivel bespringt je als een leeuw en maakt je kapot. Hij sleept je mee in zijn eeuwige duisternis en ellende. De Geest van God strijdt met jouw geest. Luister naar Mij, zegt de Heere. Luister naar Mijn Woord. Ik wil je behouden. Redden. Verlossen van die heerschappij (macht) van de satan. Je zonden vergeven. Je ziel behouden.

 

Wij leven in oorlogsgebied! En daarom zijn we hier niet thuis. Wie wil nu in oorlogsgebied wonen? Niemand toch? God belooft je een hemels Vaderland van Vrede.

 

Toegeven aan de zonden is de strijd verliezen. Ben je van Jezus, dan heb je strijd! Maar Jezus, Mijn Zaligmaker, heeft de strijd allang gewonnen. Wat een troost!