Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen.

— 1 Timothéüs 6: 3-16

Er wordt veel gestreden, zeker in de sportwereld. Elke sporter wil de beste zijn. Op het sportveld wordt tot de laatste minuut “gevochten” om de overwinning binnen te halen. Dikwijls is in die strijd alles geoorloofd. Het resultaat is immers het enigste, dat telt. 

Wie strijdt, spant zich in. Het vraagt veel energie. De beste krachten worden gegeven voor de strijd. Zo roept Paulus op om de goede strijd te strijden. Dat is niet een strijd, waarin het draait om aardse roem. Dit is de goede strijd des geloofs. Er dient strijd geleverd te worden tegen de drie koppige doodsvijand: de duivel, de wereld en het eigen zondige hart. Die strijd wordt gevoerd met geestelijke wapens (Efeze 6).  Daarvoor heeft God een zwaard gegeven: Gods Woord. Dat strijdwapen heb je nodig om de strijd aan te kunnen gaan. Daarom is het zo nodig, dat je veel in je Bijbel leest.

Zo’n geestelijke “strijder” zal merken, dat zijn krachten weinig zijn. Telkens weer moet hij het onderspit delven tegen de vijand. Dan dreigt hij de wedstrijd helemaal te verliezen. Maar deze goede strijd hoeft niet in eigen kracht gestreden te worden. Op het strijdveld heeft namelijk een kruis gestaan. Jezus Christus heeft de Overwinning behandeld. Mag jij strijden onder de banier van het kruis? Want wie strijdt onder de kruisbanier van Koning Jezus, die mag weten dat de overwinning is behaald. Hij heeft de strijd aangebonden tegen de satan en de volkomen overwinning behaald.