Want wat baat het een mens, zo hij de gehele wereld gewint en lijdt schade zijner ziel?
— Matthéüs 16:21-28
In de sportwereld tellen alleen maar de winnaars. De losers vallen af. Punten tellen. Overwinningen spreken. Wie heeft verloren valt af. Krachtpatsers hebben de beste papieren. De strijd gaat tussen de besten: the survival of the best!
In Gods Koninkrijk gelden hele andere regels. Dat blijkt wel uit de woorden, die de Heere Jezus hier spreekt. Hij zegt dat op een cruciaal punt, waarop Hij aankondigt de lijdensweg op te moeten gaan. De weg, waarop Hij niet zal heersen, maar zal dienen. In Gods Koninkrijk geldt: de winnaars zijn de verliezers! Wie zichzelf wenst te handhaven, die zal het uiteindelijk verliezen. Maar wie zijn leven verliest, die zal de overwinning smaken.
Je leven verliezen wil hier zeggen, dat jij door de knieën gaat voor God. Het is sterven aan jouw eigen zondige ik. Het is de doodssteek voor je eigen wil, die altijd maar weer een kant op wil gaan die tegen Gods Woord ingaat. Je moet van de troon afkomen, opdat Koning Jezus de hoogste plaats krijgt in jouw leven. Er komt een streep door jouw eigen ik. Jouw eigen naam moet eraan. Je komt tot de erkenning, dat jij een “loser” bent: een zondaar die voor God niet kan bestaan.
Wie zichzelf zo heeft leren kennen als een verliezer, die krijgt oog voor de grote Overwinnaar, Jezus Christus. Hij heeft de overwinning behaald door Zichzelf te verliezen – te vernietigen – aan het vloekhout van het kruis. Maar alleen in Hem ben je een overwinnaar!
Door Ds. A.C. Uitslag