En de Heere deed dagelijks tot de Gemeente, die zalig werden.

— Handelingen 2:47b

Zou dat in onze tijd nog mogelijk zijn? Dat er dagelijks mensen in de gemeente waartoe jij behoort bekeerd worden? Want dat gebeurde in die eerste christengemeente te Jeruzalem.

Op meer plaatsen in het boek Handelingen komen we tegen, dat de eerste gemeenten een bijzondere groei doormaakten. Meestal tegen de verdrukking in. Zowel in Jeruzalem als daarbuiten werden al gauw de kerken echt te klein en de kerkbanken te krap. Het was lentetijd voor Christus' Kerk! Deze groei was te danken aan de Heere Zelf. Hij had er Zelf de hand in. Door Zijn apostelen werkte Hij Zijn plannen uit. En Hij wist ze wel te vinden die de Vader Hem gegeven had. Niet de apostelen deden dat, al hebben die met kracht het evangelie verkondigd, ook niet de christenen, al waren die een voorbeeld in leer en leven. De Heere voegde toe. Allen kwamen ze tot Hem, geleid door de Heilige Geest, getrokken door dat wondere Woord. De Heere deed dagelijks toe. Dat is het geheim van de gemeentegroei.

Wat een wonder, dat de Heere het doet. Van zichzelf is er niemand die komen wil. Al wordt de verschrikking van de hel en de heerlijkheid van de hemel gepredikt. Al wordt nog zo indringend op Christus gewezen als de volkomen Zaligmaker voor volkomen zondaren. Niemand wil Hem van nature hebben. En wat doet God nu? Hij nodigt, Hij roept, Hij trekt, Hij overwint alle weerstand. Nier alleen toen, maar ook vandaag gaat Hij door met Zijn kerkvergaderend werk. Ben jij al toegebracht? Je kunt er nog bij. Het is nog genadetijd. Straks is het getal van degenen die moeten worden toegedaan vanwege Gods verkiezing vol. Dat komt Christus terug.

 

Lezen: Handelingen 2: 40-47