… om David te doden
— 1 Samuël 19: 1 c
Het vijfde gebod is niet onduidelijk: Eer uw vader en uw moeder... Maar als je vader je vriend wil doden, geldt dat gebod dan nog? Jonathan geeft ons het antwoord. Hij kiest voor David en tegen zijn vader Saul. David had opnieuw grote overwinningen behaald. Saul kan het niet verkroppen. Hij is bang voor David. Waarom? Omdat de HEERE met David is en niet (meer) met Saul. De dochter van Saul, Michal, werd Davids vrouw. David was nu de schoonzoon van de koning. Toen was Saul nog meer bevreesd. En in plaats van de HEERE te zoeken, gaat hij door op z'n zondige weg. Hij wil David uit de weg ruimen en dat steekt hij niet onder stoelen of banken. Maar Jonathan krijgt deze boodschap over zijn vriend te horen. Dan probeert hij een goed woordje voor David te doen bij zijn vader. In een vurig pleidooi neemt hij het volledig voor David op en roemt zijn overwinningen op de Filistijnen. Dan is Saul even onder de indruk en zweert dat hij David niet zal doden. Opnieuw verslaat David de Filistijnen. Dan moet hij voorgoed vluchten. Maar de HEERE is met hem, dan hoeft hij geen kwaad te vrezen. Aan welke kant sta jij? Of hink je nog op twee gedachten? Dat kun je niet volhouden. Wie niet voor Mij is, die is tegen Mij", zegt de Heere Jezus. ’t Is vandaag dankdag: ben jij dan in Gods huis te vinden om Hem te danken voor al Zijn zegeningen? Of vind je dat niet nodig, heb jij die zegeningen verdiend? ‘Dankt God in alles’!
Door B.S. van Groningen