— Genesis 5:18-24 en Hebreeën 11:5

Driehonderd jaar heeft Henoch met God gewandeld en dat heeft hem nooit verveeld, want hij had God lief. En als je oprecht van iemand houdt, kun je zijn of haar nabijheid niet missen.

Tijdens dat wandelen met God is Henoch steeds meer gelouterd en voorbereid om eeuwig ongestoord bij God te zijn. Op een dag is hij er niet meer, want God nam hem weg. Henoch sterft niet, maar wordt weggenomen, thuisgehaald. God neemt hem met ziel en lichaam op in de hemel. Dat is een bijzonder levenseinde. Hij wordt nog gezocht, maar niet gevonden.

Naar de verhoudingen in die tijd is Henoch op jonge leeftijd weggenomen. Zijn levensjaren waren nog niet de helft van zijn vader en zoon Methusalach. We zouden in onze tijd zeggen: hij was ongeveer 30-35 jaar oud. Maar het werk van Henoch op aarde is klaar. Ook is hij op die leeftijd al bereid als plotseling zijn levenseinde aanbreekt. We moeten niet morgen, maar altijd heden bereid zijn om de Heere te kunnen ontmoeten als Hij ons oproept om voor Hem te verschijnen.

Met God wandelen op aarde, betekent straks een zalig levenseinde. Zonder God wandelen en zonder God sterven, betekent een rampzalig levenseinde. Haast je dan om je levens wil!