Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de HEERE; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw’

— Jesaja 1:18

Deze tekstwoorden horen tot de bekendste woorden van Jesaja, misschien wel van de hele Heilige Schrift. Het is dan ook een geweldig troostrijk woord. Komt dan, zo begint de tekst. De Heere nodigt uit tot het gericht. Nee, niet het laatste gericht. Daar is geen uitnodiging toe. Dat is een noodzakelijk gericht wat niemand kan ontlopen. Al zou men zich onder heuvelen of bergen willen verbergen. Dat zal voor de goddelozen een geweldige ontgoocheling zijn. Wie hier zijn goddeloosheid leerde verstaan en inleven maar ook beleed voor de Heere is er de rijke nodiging om door de HEERE zich te laten rechten. Hier horen we de stem van de Heere Jezus als het ware. Kom dan! Dan is geen voorwaarde maar een aanmoediging. De engelsen vertalen  met ‘Kom nou toch!’ Het is dus een zeer liefelijke nodiging om met alle zonden en ongerechtigheden naar de Zaligmaker te vluchten. En wie tot Hem komt, zal Hij geenszins uitwerpen. De zonden rood als scharlaken zullen wit worden als sneeuw. Wij zouden zeggen, de zonden zwart als de nacht. Christus verzoent de zware schuld met Zijn dierbaar bloed. Dan wordt de zondaar wit als sneeuw.  Wat is er witter dan sneeuw? Zo werkelijk als in de natuur het onreine slik, drek en vuilnis bedekt wordt door de sneeuw, bedekt Christus de zondaar met Zijn gerechtigheid. Mocht sneeuw in het rijk der natuur smelten, de sneeuw van de vergeving der zonden is eeuwige sneeuw. Wie bidt er mee met David: ‘’Was mij geheel, zo zal ik witter wezen, dan sneeuw die vers op ’t aardrijk nederviel’. Reken er op dat Zijn nodiging tot het heil menens is.  Hij vergeeft gaarne!