11 April 2025
.
.

Laat gijlieden dan af van de mens, wiens adem in zijn neus is, want waarin is hij te achten?

— Jesaja 2:22

De Heere zegt tot Israel dat de oordelen gewis zullen komen. Ze zijn immers vol met goddeloosheid zoals Jesaja door moet geven. Wat een afgoderij wordt er bedreven. In het verband met de tekst van deze dag stelt de Heere onomwonden dat het oordeel onafwendbaar is. Als iemand in die situatie zijn steun zal zoeken bij mensen dan zal het niet baten. In Psalm 146 zingen we: ‘Vest op prinsen geen betrouwen waar gij nimmer heil bij vindt, zoudt ge uw hoop om mensen bouwen?’ Zo spreekt Jesaja ten diepste ook.  Stel geen verwachting op mensen. De adem is in zijn neus. Dat wijst op de betrekkelijkheid van de mens. Eens blaast de mens toch zijn laatste adem uit. Oud, na een lang ziekbed of zomaar in eens bij een ogenluk of hartstilstand in de kracht van het leven. Vertrouwen op mensen is dwaas. Niet alleen op wereldse mensen maar ook mensen die de Heere vrezen. We moeten ons in alles geheel en al op de Heere verlaten. Wat is een mens –ook met genade? Tot hinken en zinken ieder ogenblik gereed. Welzalig is daarom hij die al zijn kracht en hulp alleen van de Heere verwacht. Er is maar één Mens waarop we onze verwachting mogen stellen. Dat is Hij van Wie Pilatus zei: ‘Zie de Mens!’ Christus, waarlijk mens en waarachtig God. Het is een groot voorrecht wanneer de Heere ons mensen geeft op ons pad;  Vrienden vriendinnen, later je man of vrouw. Laten mensen niet je één en alles zijn. Stel er nooit het volste vertrouwen op, doe dat op de Zoon des mensen alleen. Die op Hem vertrouwt zal nooit en te nimmer beschaamd uitkomen.

Ds. M. van Kooten

Door Ds. M. van Kooten

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl