07 April 2025
.
.

‘Een os kent zijn bezitter en een ezel de krib zijns heren: maar Israel heeft geen kennis, Mijn volk verstaat niet’

— Jesaja 1:3

‘Die stomme dieren’, zegt men wel eens. Is dat helemaal waar? Wat kunnen we van dieren veel leren. In de Bijbel worden de mieren als voorbeeld genoemd omdat ze in de zomer bezig zijn met verzamelen van eten om de winter door te komen. Zo weten de ooievaars die waneer ze moeten vertrekken naar een warmer land. Anders moeten ze sterven. Zo moesten mensen ook druk zijn met hun eeuwige toekomst en de reis naar de eeuwigheid. In de tekst uit Jesaja 1 worden de os en de ezel als voorbeeld gesteld aan het mensdom. Een os weet wie zijn baas is en de ezel kent de voerbak van zijn heer boven vele anderen. Hoe moest de mens toch zijn Schepper kennen en erkennen. Het is helaas niet zo. Verstandelijk niet en derhalve ook bevindelijk niet. Van nature heeft de mens belangstelling voor alles, maar niet voor God en Zijn dienst. Iemand zei eens: We spreken van het dierenrijk en het mensdom. Is het waar of niet. De mens kan wel in de leer bij de dieren. In dit verband bij de os en de ezel. Die hebben op hun manier respect voor hun heer. Er is een apocrief evangelie dat meent dat de Heere Jezus ter vervulling van deze tekst in de kribbe werd neergelegd. En dat een os en een ezel er eerbiedig bij stonden. Luther nam dat ook over en zei: ‘Ik ben wel eens jaloers geweest op die os en die ezel’. Laten we in ieder geval van deze dieren leren om hoge achting voor de Heere te hebben en Hem meer en meer te leren kennen door het onderzoek van Gods woord.

Ds. M. van Kooten

Door Ds. M. van Kooten

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl