Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetwelk ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften;
En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;
En dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven.
Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broederen op eenmaal, van welke het merendeel nog overig is, en sommigen ook zijn ontslapen.

— 1 Korinthe 15: 6

Je kunt je weleens afvragen hoeveel mensen in de tijd van de rondwandeling van de Heere Jezus op aarde in Hem geloofden. En dan bedoel ik ‘echt’ in Hem geloofden.

Als je de Evangeliën leest, kom je al snel diep onder de indruk. Hij geeft duizenden te eten op een heel wonderlijke manier. Met vijf broden en twee visjes kan Hij meer dan 5000 man te eten geven. Die mensen waren diep onder de indruk van wat Hij leerde en wat Hij deed.

Tegelijkertijd… Een dag later is Jezus toch in hen teleurgesteld. Johannes zegt dat Hij Zich niet aan hen toevertrouwde, omdat ze niet echt in Hem geloofden. Dat raakte de Heere Jezus diep!

Ons taaie ongeloof raakt de Heere Jezus diep! Zeker als we Hem voor van alles nodig hebben, maar aan Hemzelf voorbijgaan.

Toch denk je veel te karig van God als je denkt dat het maar een handvol mensen was die ‘echt’ in de Heere Jezus geloofden. Dat waren er velen in verschillende delen van het land.

Dat kun je weten omdat de Heere Jezus Zich aan die mensen heeft geopenbaard. Hij heeft Zich echt, met Zijn lichaam, aan hen laten zien. Na Zijn opstanding is Hij gezien door meer dan vijfhonderd broeders. De zusters en de kinderen die de Heere liefhadden, worden niet genoemd. Reken maar dat die er ook waren. Misschien nog wel meer dan de mannen.

Denk niet gering en karig van God. Probeer Zijn werk niet te beperken of te begrenzen. Oordeel nooit licht over iemand die belijdt in de Heere te geloven. Maar wees blij met ieder die het getuigenis deelt dat Jezus werkelijk is opgestaan uit de dood!

Vind je dat moeilijk? Neem Paulus dan tot een voorbeeld, die zichzelf verblijdde, zelfs als Christus door een dekmantel verkondigd werd:

“Alle manieren, of door een dekmantel, of in waarheid, Christus wordt verkondigd, en daarin verblijd ik mij, ja, ik zal mij ook verblijden.” Filippenzen 1:18