Want ik heb ulieden ten eerste overgegeven, hetwelk ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, naar de Schriften;
En dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt ten derden dage, naar de Schriften;
En dat Hij is van Céfas gezien, daarna van de twaalven.
Daarna is Hij gezien van meer dan vijfhonderd broederen op eenmaal, van welke het merendeel nog overig is, en sommigen ook zijn ontslapen.

— 1 Korinthe 15: 6

In de tekst van vandaag benadrukt Paulus twee keer dat het sterven, begraven en opstaan van Jezus ‘naar de Schriften’ was. Precies zoals de engel het ook tegen de vrouwen zei.

Hij wil de feitelijkheid, de werkelijkheid ervan onderstrepen: het is een heilsfeit. Het is echt gebeurd. Daar hoef je niet aan te twijfelen.

In Korinthe wordt erover getwist. Het idee dat de opstanding van Jezus een sprookje is, is niet nieuw. Sommigen konden het maar moeilijk geloven. Ook kort na Zijn opstanding werd er al over gediscussieerd. Daar schiet je niet veel mee op. Paulus gaat er niet in mee.

Je hoeft ook niet in discussie te gaan over de vraag of de Eiffeltoren in Parijs staat. Dat is een feit, dat kun je checken. Zo, zegt Paulus, is de opstanding van Jezus ook een feit.

Tegenwoordig kan ik je bewijzen dat de Eiffeltoren in Parijs staat. Maar stel nou dat er geen foto’s en dergelijke middelen zouden bestaan. Dan moest je het hebben van betrouwbare getuigen. En zo toont Paulus de opstandingsgeschiedenis van Jezus ook hard aan. Hij voert getuigen op. Allereerst noemt hij Petrus (Cefas), die in de gemeente in hoog aanzien stond. Oké… Cefas kan zich vergist hebben, zo door zijn emoties meegenomen, dat hij in geestvervoering is gekomen. Daarna noemt hij de twaalven. Die hebben echt niet allemaal op hetzelfde moment zitten dromen. Maar om de echtheid dan nogmaals te onderstrepen, noemt Paulus dat de Heere Jezus aan vijfhonderd broeders tegelijk is verschenen. Vijfhonderd mensen kun je niet om de tuin leiden. En als je wilt, dan kun je hun getuigenis nog steeds natrekken (checken), want verschillenden leven volgens Paulus nog steeds. Hij heeft hen zelf ontmoet en gesproken.

Kortom: deze Jezus leeft echt, en Hij is vandaag dezelfde als gisteren! Toen Hij op deze aarde wandelde, kwamen al de tollenaars en zondaars bij Hem. En… ze waren welkom. Hij at met hen en bewees hen genade.

Zo zeker als Paulus aantoont dat Jezus leeft, zo beslist zegt de schrijver van de Hebreeën dat Hij vandaag nog Dezelfde is (Hebreeën 13:8).

Ben je kwalijk gesteld? Ben je een zondaar? Deze Jezus leeft en ontvangt tollenaars en zondaars! kom ga met mij:

Ik zal, met zondenlast belaan,

toch opstaan en tot Christus gaan

en Hem mijn schuld belijden.

Hij zal mij wassen in Zijn bloed,

mijn hart vernieuwen en Hij doet

mij Hem mijn leven wijden.

Och, werd die vreugde meer begeerd,

de enige, die nooit verkeerd,

op droefheid, uit zal lopen.