En Gij vergaaft de ongerechtigheid mijner zonde.

— Psalm 32:5b

De tekst van vandaag laat je zien hoe de Heere nu werkelijk is. Hij is God van genade en vergeving. Zo heeft David dat in zijn eigen leven gezien. Meer dan negen maanden heeft hij zijn overtreding niet willen belijden. Maar hij moest zijn schuld belijden. Hij kon niet meer zwijgen. En nu alles voor de Heere is uitgestort en is uitgesproken wordt hij tot zijn verwondering door de Heere niet afgewezen. De Heere vergeeft de ongerechtigheid, de vuilheid van zijn zonde. Dat wat zijn hart en ziel beschadigd en vertroebeld heeft wordt door de Heere weggenomen. In plaats van moeite, last en strijd (v. 3-4) is er nu vrede in zijn hart! De Heere wilde alles vergeven. Kwijtschelden! Niet vanwege David. Daar had hij het niet naar gemaakt. Integendeel. Maar deze vergeving is er nu alleen vanwege het offer van de Heere Jezus. Hij heeft geleden aan het kruis, om Zijn gelovigen met Zijn bloed te wassen. Hij is gestorven en heeft de dood overwonnen, om Zijn gelovigen het eeuwige leven te schenken. Bij Hem zul je dan ook uit moeten komen, opdat je zonden en schuld vergeven kunnen worden. Dat is wat Hij het liefste doet. Dat blijkt wel uit al die mensen die Hij tijdens Zijn leven hier op aarde heeft opgezocht en zalig heeft gemaakt. Het waren allemaal zondaren. Zoek jij deze vergeving (ook na ontvangen genade) ook bij Hem alleen? Al zijn je zonden nog zo groot: als Gods Zoon jouw Heere en Zaligmaker is geworden dan reinigt Hij ook jou volkomen.