"En een weinig voortgegaan zijnde, viel Hij op Zijn aangezicht, biddende en zeggende: Mijn Vader, indien het mogelijk is, laat dezen drinkbeker van Mij voorbijgaan; doch niet gelijk Ik wil, maar gelijk Gij wilt”.
— Mattheüs 26:39
De Heere Jezus weet dat de lijdensweg die Hij moet meemaken intens zwaar en moeilijk zal zijn. We horen het Hem tot Zijn hemelse Vader uitroepen of deze drinkbeker aan Hem voorbij kan gaan. Zijn lijdensweg wordt hier vergeleken met een drinkbeker die Hem wordt voorgesteld. Een drinkbeker, die volledig uitgedronken moet worden. Iedere slok, iedere teug die genomen wordt, maakt het lijden nog zwaarder. Zelfs de droesem op de bodem moet Hij leegdrinken. Deze worsteling van de Heere Jezus laat zien hoe ernstig onze zonden zijn. Gods eigen Zoon moet zo’n ontzettend lijden meemaken, omdat er voor de zonde anders niet betaald kan worden. Hij moet dit vreselijke lijden meemaken, omdat zondaren anders niet met God verzoend kunnen worden. Het is een weg die geen mens mee kan maken. Maar Gods Zoon, die volkomen mens is geworden en volkomen God is gebleven, wil deze weg bewandelen. Je leest in de tekst dat Hij de wil van Zijn hemelse Vader wil doen. Hij wil aan het lijden niet voorbijgaan. Hij probeert het lijden niet te voorkomen. Hij wil de drinkbeker die de Vader Hem voorstelt helemaal uitdrinken. Het laat jou zien hoe gewillig Hij is om zondaren zoals jij zalig te maken. Vlucht daarom maar met al je schuld en zonden tot Hem. Zij die Hem verwachten worden door Hem niet beschaamd.
Door Ds. B.D. Bouman