29 April 2020
Abraham en Izak de berg op
Abraham en Izak de berg op

Aan de derde dag, toen hief Abraham zijn ogen op en zag die plaats van verre … als wij aangebeden zullen hebben, dan zullen wij tot u wederkeren … en Abraham nam het hout des brandoffers en legde het op Izak … maar waar is het lam tot het brandoffer … Zo gingen zij beiden te samen

— Genesis 22:4-8

Vers 4: Drie dagen lang moet Abraham reizen. Zal de satan hem niet bestookt hebben? Zal hij niet de pijn om Izak gevoeld hebben? Abraham zag de berg Moria en daarmee als eerste (onbewust)  de plaats waar de Heere later wilde wonen in de tempel. Duizenden ogen hebben later in een offer Christus gezien tot vrede voor hun ziel. Vers 5: Abraham zegt tegen zijn knechten dat hij straks met Izak, zijn zoon zal terug komen. Hier spreekt het geloof. Vers 6: Daar gaan ze. Zwijgend. Abrahams geloof strijdt in alle stilte. Izak is hier een type van Christus. Christus droeg Zijn kruis. Dat vloekhout was eigenlijk voor de Zijnen, maar Christus wilde het dragen. Vers 7: Izak stelt de meest belangrijke vraag: Waar is het Lam? Zonder lam kan er niet geofferd worden. Hebben wij een lam om te offeren? Vers 8: Abraham gelooft dat de Heere er in zal voor zien. Voorzien betekent dat de Heere van te voren al ziet wat er nodig is en om het moment dat het nodig is er voor zorgt dat het er is.  

Ds. J. Lohuis

Door Ds. J. Lohuis

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl