06 Maart 2021
Lage afloop
Lage afloop

Toen nam Saul het zwaard en viel daarin.

— 1. Sam. 31: 4

Het laatste bedrijf is aangebroken. Saul slaat de hand aan zichzelf. Hij was meer en meer verstrikt geraakt in de netten van satan. Hij had zich steeds verder van God verwijderd. De schemerende duisternis in zijn leven was een stikdonkere nacht geworden.

Dat betekende niet dat er in zijn leven geen godsdienst meer was. Hij bouwde de Heere meermalen een altaar (1. Sam. 14: 35). Er waren momenten dat hij dapper streed en dat de Heere hem de overwinning gaf (1. Sam 14: 48). Hij reformeerde het land door de waarzeggers en duivelskunstenaars weg te doen ( 1 Sam. 28: 3). Ook was er soms een diep zondebesef en een eerlijke belijdenis van schuld (bijv. 1. Sam. 16:24). Zelfs lezen we van de Geest Gods die op hem kwam  waardoor hij profeteerde (1. Sam 19: 23, 24).

Maar toch, zijn genadetijd was voorbij. De Heere sprak niet meer. Uiteindelijk zocht hij zijn heil bij een waarzegster. En waar David het nooit had gedurfd zijn hand aan Saul als de gezalfde des Heeren te slaan, deed Saul dat uiteindelijk aan zichzelf.

Staat er een meer ontdekkende geschiedenis in de Bijbel? Laten we onszelf onderzoeken aan de hand van het leven van Saul. Dat we godsdienstig zijn zegt helemaal niets. Dat we bepaalde zonden uitbannen uit ons leven ook niet. Dat we kunnen spreken van schuldbesef en berouw ook niet. Dat we ambten bekleden in de kerk ook niet. Met dat alles kunnen we aan onszelf overgegeven zijn. Voor altijd. ‘Doorzoekt uzelven nauw … Eer het besluit baart (want als kaf gaat de dag voorbij) terwijl de hittigheid van des HEEREN toorn over ulieden nog niet komt. (Zef. 2: 1)

 

L. van der Tang

Door L. van der Tang

Ook interessant
JouwKompas is een initiatief van omsionswil.nl