En een engel des Heeren sprak tot Filippus, zeggende: Sta op, en ga heen tegen het zuiden, op de weg, die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, welke woest is. En hij stond op en ging heen;

— Handelingen 8:26 en 27a

Deze week overdenken we de bekende geschiedenis van de Ethiopische man uit Handelingen 8. De geschiedenis begint bij God. Dat is les 1. Niet Filippus, niet de Ethiopische man, niet een gemeente, maar God Zelf begint met het sturen van een engel naar Filippus.

 

Filippus kennen we uit Handelingen 6 als een van de zeven diakenen. Hij is een man van goede getuigenis, vol van de Heilige Geest en van wijsheid (Handelingen 6:3). Hij staat binnen en buiten de gemeente goed bekend (goede getuigenis) en is vol van de Heilige Geest. Die Geest brengt hem eerst in Samaria, waar hij een gemeente sticht onder de Samaritanen. Half Joodse, half heidense mensen. De Heere Jezus heeft Zelf die Samaritanen ook opgezocht (Johannes 4, Lukas 17). De Samaritanen weigerden Jezus te ontvangen (Lukas 9: 53). Maar onder de prediking van Filippus komen ze massaal tot geloof (Handelingen 8: 4-25).

 

Filippus wordt weggeroepen uit de bloeiende gemeente van Samaria. De Heere wijst hem naar het Zuiden, naar de woeste weg van Jeruzalem naar Gaza.

 

Dit is een moeilijke opdracht. Wat moet hij daar gaan doen? Kan de Heere hem niet beter gebruiken in Samaria? Heeft de gemeente in Samaria hem niet harder nodig dan wie ook maar op een eenzame en woeste weg? En wat moet hij daar eigenlijk gaan doen?

 

Les 1 was: het begint altijd in de hemel. De tweede les gaat over het geloof. Wat is geloof? Gehoorzamen! Doen wat de Heere wil en zegt. De engel zegt: ‘Sta op.’ En Filippus staat op. De engel zegt: ‘Ga!’ En Filippus gaat. Net als bij Abraham. De engel zegt: ‘Naar het zuiden!’ En Filippus gaat naar het zuiden.

 

Geloof jij? Dan luister je naar de Heere en doe je wat Hij zegt. Ook al begrijp je er misschien weinig van.