En Jésua, de zoon van Józadak, maakte zich op en zijn broederen, de priesters, en Zerubbábel, de zoon van Sealthiël, en zijn broederen, en zij bouwden het altaar des Gods van Israël, om daarop brandoffers te offeren, gelijk geschreven is in de wet van Mozes, den man Gods. En zij hielden het feest der loofhutten gelijk geschreven is; en zij offerden brandoffers dag bij dag in getal, naar het recht, elk dagelijks op zijn dag.

— Ezra 3:2,4

De zevende maand is aangebroken en het volk komt samen op plaats waar het vorige altaar gestaan heeft. Het is een feestdag, want deze dag is de dag van het geklank (Num. 29:1) en zal later de Joodse nieuwjaarsdag zijn. Op deze dag klonken de trompetten om het offer voor de Heere te brengen. Nu wordt op deze plaats opnieuw het brandoffer gebracht. De dienst van de verzoening wordt hersteld in Jeruzalem. Ze volgen nauwkeurig de voorschriften op van de wet van Mozes. Het volk kan niet zonder de dienst van de verzoening. Die verzoening is nodig om in de herstelde gemeenschap met God te leven. Ook al staat de tempel er nog niet, het brandoffer is er weer. Zo mag het volk tot God naderen met hun zonden van afkeer en ongerechtigheid. Dat is nog altijd het wezen van de eredienst: bediening van de verzoening. Op grond van Christus’ offer klinkt het: Laat u met God verzoenen. Zo kun je  God ontmoeten. Het valt op dat nu steeds verwezen wordt naar de wet van Mozes. Ze keren niet alleen terug naar het land dat God hen gegeven heeft, maar ze keren ook terug naar het Woord van de Heere. Dat is altijd het kenmerk van het werk van de Heilige Geest wanneer een volk en wanneer een zondaar zich bekeert.  Zij houden het loofhuttenfeest, een feest dat  op de vijftiende van de zevende maand begint. Zeven dagen lang wonen ze in loofhutten gemaakt van bladeren en takken. Het is een herinnering aan de woestijnreis na de uittocht uit Egypte. Wat een wonder dat ze nu weer in hun eigen land dit feest mogen vieren. De Heere zorgde voor Zijn volk tijdens de woestijnreis en in de ballingschap. Is er in jouw leven de bekering tot God en Zijn Woord?