Want wij allen moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus.

— 2 Korinthe 5: 10a

Veel mensen willen er niet van weten. Anderen willen er niet aan denken. Toch is het waar dat we allen eenmaal moeten verschijnen voor de rechterstoel van Christus: als we sterven of als Christus wederkomt. Niemand van ons komt eronderuit. Hier laat een gedaagde nog wel eens verstek gaan bij een aardse rechtszitting en komt hij niet opdagen. Bij de hemelse Rechter zal dit niet kunnen, of we kerkelijk zijn of onkerkelijk. In het Grieks staat het woord allen vooraan in de zin. Het krijgt de volle nadruk. Allen zullen we eenmaal staan voor deze rechterstoel. Het is de mens gezet eenmaal te sterven en daarna het oordeel.

We worden geopenbaard voor deze rechterstoel. Het Griekse woord wil zeggen dat alles zichtbaar wordt gemaakt. De hemelse Rechter brengt al onze gedachten, woorden en werken in het licht. Wat hier soms in het duister bleef, zal dan volkomen duidelijk zijn. Schrik je daarvan?

Het is de wijze Salomo die aan het slot van Prediker 11 jongeren erop wijst dat ze best van het leven mogen genieten, maar moeten beseffen dat God eenmaal op al die dingen terugkomt. En aan het eind van hoofdstuk 12 bindt hij ons opnieuw op het hart dat God ieder werk in het gericht zal brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed of hetzij kwaad.

Leven we niet veel te weinig in het besef dat we op weg zijn naar die geduchte rechterstoel? Hoe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God? Wie zal dan in dat gericht voor de Heere kunnen bestaan? Alleen diegenen die – ontdekt aan zonde en schuld – bedekking hebben gezocht en gevonden door het bloed van Christus. Dan is de Rechter ook onze Redder! Samen reizen we naar de rechterstoel van Christus. Nog klinkt de nodiging: ‘Wendt u naar Mij toe, wordt behouden, alle gij einden der aarde.’

 

Lezen: Prediker 11: 9-12: 14